Baan reglementen
Vragen over deze pagina? Neem contact op met baanwielrennen@adelaar.org
Voor uitgebreide reglementen: Klik hier
Het is verstandig de grote lijnen van het baanreglement te kennen om verrassingen uit te sluiten. Dat geldt zeker als je deelneemt aan officiële wedstrijden, NK’s e.d.
Belijning op de baan:
• Meetlijn = Op 20 cm vanaf de binnenzijde van de baan loopt een zwarte lijn. De meting vindt plaats aan de binnenzijde De afstand wordt om de 10 m oplopend aangegeven met cijfers. De 5 meter wordt met een merk aangegeven
• Sprinterslijn = Rode lijn op 85 cm vanaf de binnenzijde van de baan.
• Stayerslijn = Op 1/3 van de totale breedte van de baan loopt de blauwe stayerslijn.
• Finishlijn = Aan het eind van een recht gedeelte een loodrechte zwarte lijn van 4 cm breed in het centrum van een 72 cm brede witte band. De finishlijn loopt door op de balustrade.
• 200 meter lijn = haaks op de baan 200 m voor de streep-kwalificatie sprint.
100 meter lijn= haaks op de baan 100 m voor de streep-kwalificatiesprint – bij gelijke tijden geldt de 100 meter als doorslaggevend,
• Achtervolgingslijn = Precies in het midden van het rechte gedeelte, in elkaars verlengde, tot het midden van de baan zijn twee rode lijnen getrokken.
Dit is vertrek- en aankomst bij achtervolgingswedstrijden.
De up-to-date bijgewerkte baanreglementen vind je ook op de site van de KNWU: Klik hier!
Praktische voorbeelden:
• Incident bij een achtervolging
Bij een defect in de finale op een moment waarbij een herstart is toegestaan is, zijn de volgende laatste tijden per halve ronde geklokt op 1250 meter:
Renner A – had een tijd van 1 min. 36 sec. 89 honderdsten
Renner B – had een tijd van 1 min. 35 sec. 99 honderdsten
Op welke plaats vindt de herstart plaats:
Renner B wordt op de streep – de achtervolgingslijn – geplaatst.
Renner A wordt bij de start teruggezet met de opgelopen achterstand
Berekening van de achterstand:
1250 x 0.90 1250 x 0.90
————— = —————— = 11.61 meter
1.36.89 96.89
De eindtijd wordt dan berekend door de afzonderlijk tijdsdelen bij elkaar op te tellen:
De tijd voor het defect + de tijd van de afstand na de herstart.
• Na 3675 meter krijgt een renner bij een individuele achtervolging te maken met een loszittend zadel
Wat doet de jury?
Kwalificatie:
De renner wordt toegestaan opnieuw te starten aan het eind van de kwalificatiereeks (eventueel tegen een andere coureur die pech heeft gehad) De tegenstander rijdt door voor de tijd.
Finale:
De tijdverschillen tijdens de passage van de 3500 meter zijn doorslaggevend betreffende de uitslag. Géén herstart!
De gemiddelde snelheid van de laatste halve ronde wordt gebruikt voor de berekening om de eindtijd vast te stellen.
• Berekening uurrecord
Op een 250 meter baan wordt een poging gedaan om een uurrecord te verbeteren ondernomen.
Afgelegd: 180 ronden – tijd: 59 min. 52 sec. 78 honderdsten
Tijd laatste volle ronde 18.46 sec.
Berekening:
De afgelegde afstand = (Lengte van de baan x aantal volledig afgelegde ronden voor de laatste ronde) + Bijkomende afstand.
De bijkomende afstand = (Lengte van de baan x Nog resterende tijd bij het begin van de laatste ronde) Uitkomst delen door de tijd over de laatste ronde.
Uitkomst Uurrecord
Resttijd na de laatste volle ronde: 7.22 sec.
Berekeningsvoorbeeld bijkomende afstand:
Lengte baan 250 meter gedeeld door 18.46 sec tijd laatste volle ronde maal 7.22 sec resttijd = 97.77 meter
De afstand in 1 uur = 250 x 180 ronden = 45 km per uur
Bijkomende afstand 45 + 97,77 m = 45km en 97 meter.
(afronden naar beneden!)
Vragen en antwoorden
• Een renner wil op de baan trainen met een koptelefoon op om het ritme te gebruiken een vast tempo te rijden. Is dat toegestaan?
Neen, het meedragen van voorwerpen op lichaam of fiets die mogelijk gevaar zouden kunnen opleveren voor de renner zelf of anderen is verboden. Ook het meedragen (zonder te gebruiken) of gebruiken van een muziekdrager of radiocommunicatie is op de baan verboden (art. 3.2.005).
• Wat zijn op de baan erkende defecten?
• een valpartij
• een lekke band
• het breken van een essentieel onderdeel van het rijwiel
Andere incidenten (los zittend stuur, naar beneden zakkend zadel) worden beschouwd als niet erkende defecten.
• Surplace
De koning van de surplace was de Nederlandse wielrenner Jan Derksen (1919–2011), een baanrenner van wereldklasse. Hij schreef in 1955 wielergeschiedenis door in Milaan tijdens het wereldkampioenschap sprint met zijn Italiaanse tegenstander Antonio Maspes (1932-2000) 32 minuten en 20 seconden stil te staan. Dat had misschien nog wel langer kunnen duren. Al zullen de benen wel behoorlijk verzuurd zijn geweest; er moet immers voortdurend flink wat druk op de pedalen worden uitgeoefend. Maar, de scheidsrechter schoot ze af hoewel reglementair niets aan de hand was.
Dat is allemaal niet meer toegestaan!
• Er zijn maximaal 2 surplaces toegestaan bij elke rit.
• De maximale periode per stilstand bedraagt 30 sec.
• De renner aan de leiding wordt aangewezen door de jury om door te rijden.
• Weigert de renner, dan wordt de wedstrijd gestopt en is de andere renner winnaar.
• Bij meer dan twee renners in de rit wordt onmiddellijk over gestart, zonder de renner die
verbannen is.
• Bij zesdaagsen kent men een eigen reglement.
Verzetten Jeugd bij Ned. Kampioenschappen op de baan:
Per pedaalomslag maximaal 6.55 meter.
Geldt voor cat. 6 en 7.
Zie ook de Jeugdafdeling
Verzetten Nieuwelingen en Nieuweling-Meisjes Ned. Kampioenschappen op de baan
Per pedaalomslag maximaal 7.01 m.
Kijk voor uitgebreide reglementen: Klik hier